Wilsbekwaam of wilsonbekwaam?

Geplaatst op 5 maart 2015

Kan een oudere nog zelfstandig zijn geldzaken regelen? Of andere belangrijke beslissingen nemen? Met andere woorden: wanneer is een oudere nog wilsbekwaam? Die vraag kan een rol spelen bij financiële uitbuiting. Professionals met twijfels over de wils(on)bekwaamheid, moeten iets met dat niet-pluisgevoel doen, betoogt Saskia van de Merwe. Ze is voorzitter van de Vereniging van indicerende en adviserende artsen (VIA) en arts maatschappij en gezondheid bij de GGD Rotterdam. En specialist op het gebied van wils(on)bekwaamheid. Een interview.

Bij de Vereniging van indicerende en adviserende artsen (VIA) zijn artsen aangesloten die adviseren over sociaal-medische vraagstukken. Zoals arbeidsgeschiktheid, bijzondere bijstand, Wmo-voorzieningen, indicaties voor zorg uit de Wet langdurige zorg en wilsbekwaamheid, legt Saskia van de Merwe uit. “Over wils(on)bekwaamheid geef ik regelmatig lezingen, bijvoorbeeld aan notarissen en andere juridische professionals. Mijn boodschap is altijd tweeledig. Eerst leg ik uit dat wils(on)bekwaamheid vaststellen niet zo simpel is als veel mensen denken. Vervolgens druk ik alle aanwezigen op het hart om te durven vertrouwen op hun niet-pluisgevoel. En daar ook wat mee te doen.”

Deels en tijdelijk
Wils(on)bekwaamheid lijkt eenvoudig vast te stellen, maar is opgebouwd uit verschillende facetten. “Een oudere hoeft niet op alle terreinen wilsonbekwaam te zijn”, zegt Saskia. “Iemand kan bijvoorbeeld nog prima bepalen wat hij wil doen in zijn vrije tijd of wat hij wil eten, maar geen beslissingen meer nemen over gezondheid of financiën. Een adviserend arts zal dus altijd aangeven op welke terreinen iemand wilsonbekwaam is. En vervolgens is het goed te weten dat wilsonbekwaamheid ook tijdelijk kan zijn.” Ze geeft het voorbeeld van een oudere met een flinke blaasontsteking. “Als iemand op hoge leeftijd een infectie doormaakt, komen bekende verschijnselen als koorts vaak niet of slechts in lichte vorm voor. Hierdoor kan de persoon zelf missen dat er iets aan de hand is. En kan zelfs de huisarts op het verkeerde been gezet worden. Gelukkig zijn veel artsen ouderengeneeskunde en huisartsen met veel ouderen in hun praktijk hier wel op bedacht. Want een infectie kan een delier of verwardheid veroorzaken. Zeker als een oudere al een beetje verward is of beginnend dementerend, is het erg moeilijk om het delier te herkennen los van de bestaande problematiek. Met als gevolg dat de mate van verwardheid versterkt wordt en ook (langer) aanhoudt.” In haar eigen praktijk maakte Saskia mee dat iemand die zich voordeed als vertrouwenspersoon van de situatie gebruik probeerde te maken. “Deze ‘vertrouwenspersoon’ had er belang bij het beeld van verwardheid te versterken, om gemachtigde te worden. Financiële uitbuiting was het motief.”

Levenswijsheid
De vraag of iemand wilsonbekwaam is, start vaak met een niet-pluisgevoel. Saskia: “Iedereen heeft dat wel eens. En hoe ouder je wordt, hoe beter je kunt inschatten of iets klopt of niet. Dat is je levenswijsheid.” Ze vertelt dat levenswijsheid wetenschappelijk is vastgesteld. “Het is bij artsen onderzocht. Levenswijsheid is gebaseerd op kennis, van je vakgebied of een ander gebied dat je interesseert, en ervaring. Ervaring betekent dat je je kennis automatiseert. De combinatie van kennis en ervaring genereert intuïtie. Dat is een non-verbale reactie, je niet-pluisgevoel, waarnaar je moet luisteren. Onbewust weet je dat er iets aan de hand is.”

Wilsonbekwaam of beïnvloeding
Vervolgens is het zaak om uit te zoeken waar dat gevoel vandaan komt. “Gaat het om wilsonbekwaamheid of om beïnvloeding?”, legt Saskia uit. “Van de meeste professionals mag je verwachten dat ze dat kunnen beargumenteren.” Het verschil tussen wilsonbekwaamheid en beïnvloeding is de grilligheid. “Iemand die wilsonbekwaam is, doet en zegt vaak onlogische en ongrijpbare dingen. Het is het ene moment A, het volgende B en dan opeens C. Daar zit een soort grilligheid in. Bij beïnvloeding geven mensen een antwoord waarvan je weet dat ze het eigenlijk niet willen geven. Dan komen de verbale en non-verbale signalen niet overeen. Ze zeggen niet wat ze voelen.” Een voorbeeld van beïnvloeding is de oudere dame die een eenzame jongeman in huis neemt om voor hem te zorgen. Langzaam begint hij haar te beïnvloeden, hij wil geld van haar. Omdat zij bang is dat hij weggaat, geeft ze toe. Bij de notaris zegt ze: “Ik gun het hem echt hoor!”. En toch voelt de notaris dat er iets van angst achter schuilgaat. “Dan is het zaak om de dame even alleen te spreken en de juiste kritische vragen te stellen.”

Complex
Moeilijk zijn de situaties waarin een beginnend dementerende oudere verliefd wordt en iemand in huis haalt, die vervolgens misbruik maakt van het vertrouwen van de oudere, aldus Saskia. “Want wat is dan in het bewuste gebeurd en wat in het irrationele van wilsonbekwaamheid? Ook komt het voor dat iemand in eerste instantie helemaal niet vraagt om geld, maar het wel krijgt van de oudere. Wie integer is, geeft het terug. Maar wat als de oudere blijft aandringen? Zo kunnen mensen ongewild op een glijdende schaal terechtkomen.” Het zijn allemaal voorbeelden van hoe complex situaties kunnen zijn. Dat mag professionals echter niet afschrikken. “Als je een niet-pluisgevoel hebt, moet je uitzoeken waardoor dat ontstaat. Is er sprake van wilsonbekwaamheid, van beïnvloeding? Zodra je denkt ‘wat gebeurt hier’, moet je iets doen. Dan mag je niet meer wegkijken.”

Bron: Nieuwsbrief Rijksoverheid 5 maart 2015

Vraag meer informatie aanStel ons uw vraag